Het belang van een IP vrijwaringsclausule in inkoopcontracten
Wat doe je als distributeur als blijkt dat de ingekochte producten inbreuk maken op IE-rechten van derden? Kun je de schade dan op je leverancier verhalen? Dat hangt af van het inkoopcontract met de leverancier. Zo volgt uit een uitspraak van de rechtbank Den Haag het belang van een vrijwaringsclausule.
Een distributeur van noodstroomvoorzieningen ontvangt een sommatiebrief van de merkhouder, omdat hij merkproducten heeft ingekocht die zonder toestemming van de merkhouder op de Europese markt zijn gebracht. De merkhouder en distributeur treffen een schikking. De distributeur vordert daarna het schikkingsbedrag als schadevergoeding van de leverancier.
De rechtbank Den Haag wijst deze vordering toe. Het inkoopcontract tussen de distributeur en zijn leverancier bevat namelijk een vrijwaringsclausule: de leverancier is aansprakelijk voor alle kosten die voortvloeien uit de verkoop van inbreukmakende producten aan de distributeur. Dat de producten waren gekocht voor een lagere prijs dan normaal doet daar niet aan af.
Wat leren we hiervan? Retailers en wederverkopers doen er goed aan om goede inkoopvoorwaarden te hebben. Zij moeten kunnen bewijzen dat merkproducten voor het eerst met toestemming van de merkhouder in de Europese Economische Ruimte in het verkeer zijn gebracht (uitputting). Dat bewijs is in de praktijk vaak niet te leveren, zodat de retailer met het inbreukrisico blijft zitten. Een vrijwaringsclausule bij inbreuk op intellectuele eigendomsrechten is daarom belangrijk. Zelfs als de distributeur weet of had moeten weten dat het om inbreukmakende producten gaat, is zo’n vrijwaringsclausule van toepassing en kan de distributeur de schade verhalen op de verkoper.
Luna Snellenberg