Maximale waarden in voedingssupplementen: de Noria-uitspraak heeft grote impact
Stel: een internationale producent exporteert zijn voedingssupplementen naar meerdere landen. In het ene land mag hij zijn producten invoeren, maar in het andere land geldt een strenge nationale regeling die de invoer verbiedt. Hoe om te gaan met zo’n situatie? Het recentelijk gewezen arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in Noria geeft uitleg.
Het arrest gaat over de Franse onderneming Noria Distribution, die voedingssupplementen op de markt brengt. Noria werd een aantal jaren geleden vervolgd in Frankrijk, omdat zij daar voedingssupplementen verkocht met een hogere hoeveelheid mineralen en vitaminen dan volgens de Franse wet toegestaan. Noria stelde echter dat die maximumhoeveelheden in strijd zijn met het Unierecht. Het vrij verkeer van goederen en het beginsel van wederzijdse erkenning staan een dergelijke nationale regel in de weg, aldus Noria.
Het Hof is van mening dat de onderhavige Franse regelgeving het vrije verkeer van goederen belemmert. Een voedingssupplement dat in een andere lidstaat rechtmatig is vervaardigd, mag immers niet in Frankrijk in de handel worden gebracht. Dergelijke nationale regelgeving kan gerechtvaardigd zijn wanneer het aan een aantal voorwaarden voldoet. Eén van die voorwaarden is dat de regelgeving gepaard gaat met een procedure waarbij producenten toegelaten kunnen worden om voedingssupplementen op de markt te brengen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, maar een hogere hoeveelheid nutriënten bevatten dan de nationale regelgeving toelaat. Een dergelijke procedure moet makkelijk toegankelijk zijn en binnen een redelijke termijn kunnen worden doorlopen. Ook moet een beroep bij de rechter mogelijk zijn. Aangezien de Franse regelgeving niet aan dit vereiste voldoet, wordt de schending van het beginsel van vrij verkeer van goederen niet gerechtvaardigd.
Het Hof gaat vervolgens in op de vraag op welke wijze de maximumhoeveelheden vastgesteld mogen worden. De Europese Richtlijn inzake Voedingssupplementen voor vitaminen en mineralen staat toe dat maximumhoeveelheden worden vastgesteld. Wel moet daarbij rekening worden gehouden met wat veilige maximumgehalten zijn aan de hand van wetenschappelijke risicobeoordeling op basis van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens. Zuiver hypothetische overwegingen mogen niet worden meegenomen, zoals ook door het Hof in het arrest Solgar Vitamin’s France e.a. is vastgesteld.
De maximumhoeveelheden in Frankrijk waren vastgesteld uitsluitend aan de hand van nationale wetenschappelijke adviezen, terwijl óók internationale gegevens beschikbaar waren die een hoger gehalte aan nutriënten toelieten. Volgens het Hof voldeden deze Franse adviezen daarom niet aan het vereiste van “algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens”.
Alleen in het geval geen betrouwbare internationale wetenschappelijke gegevens aanwezig zijn, kan de beoordeling uitsluitend aan de hand van nationale gegevens plaatsvinden. De eis van “algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens” vereist namelijk niet dat die gegevens internationaal moeten zijn. Zo lang ze maar betrouwbaar zijn en voldoende aannemelijk maken dat een reëel risico voor de volksgezondheid bestaat.
Kortom: zijn recente internationale wetenschappelijke gegevens beschikbaar die betrouwbaar zijn? Dan mag de risicobeoordeling niet plaatsvinden zonder deze gegevens erbij te betrekken. Wanneer alleen nationale gegevens beschikbaar zijn, mag de risicobeoordeling ook uitsluitend op basis daarvan worden verricht. Wel moeten deze gegevens betrouwbaar zijn. Noria had het dus bij het rechte eind.
Tamilla Abdul-Aliyeva