Watch out! Uitspraak over Claimsverordening en communicatie aan gezondheidsprofessionals

Pharmacy-300x200.jpg

Het is een roerig jaar voor het levensmiddelenrecht. Na de belangrijke Teekanne-uitspraak over verpakkingen en misleiding komt het Hof van Justitie opnieuw met een opvallende uitspraak: Innova Vital. We hebben geen glazen bol nodig om te voorspellen dat je deze naam nog véél vaker gaat horen. Het Hof van Justitie bevestigt in deze uitspraak namelijk dat de strenge regels uit de Claimsverordening óók van toepassing zijn op commerciële communicatie vanuit levensmiddelenbedrijven naar beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. Een uitspraak met verregaande gevolgen voor de levensmiddelenbranche.

Tot nu dacht Nederland (en daarbij nog wat andere lidstaten) daar namelijk heel anders over. Aangenomen werd dat communicatie met (gezondheids)claims richting een arts of andere professional op het gebied van de volksgezondheid niet onder het bereik van de Claimsverordening valt. Zie hierover bijvoorbeeld het Richtsnoerdocument van de KOAG-KAG. Communicatie die uiteindelijk bedoeld is om bij de consument terecht te komen (zoals folders), viel wel al binnen het bereik van de Claimsverordening. Het Hof van Justitie gaat nu verder. De Claimsverordening gaat er namelijk niet over of de mededeling bedoeld is om bij de consument terecht te komen, maar of het product bestemd is voor de consument. Met andere woorden: het draait niet om aan wie de mededeling wordt verstrekt, maar waarover de mededeling gaat.

Daarom vindt het Hof dat óók communicatie die exclusief bedoeld is voor de gezondheidsprofessional moet voldoen aan de regels uit de Claimsverordening. Waarom? Omdat beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg niet continu over specifieke en actuele kennis beschikken om elke claim te checken op juistheid, aldus het Hof. Ook professionals in de gezondheidszorg kunnen misleid worden, waardoor ze het risico lopen onjuiste informatie aan de consument door te geven. Bovendien hebben consumenten en deze professionals een vertrouwensband, waardoor de professionals een grote invloed op de patiënten kunnen uitoefenen. En stel dat de Claimsverordening niet zou gelden in deze verhouding, dan zou dit de deur open zetten naar het omzeilen van de verplichtingen uit de Claimsverordening door het verstrekken van ontoelaatbare claims aan deze professionals.

Mag dan niets meer? Jawel: het Hof van Justitie benoemt dat het (natuurlijk) wel toegestaan blijft objectieve informatie over wetenschappelijke ontwikkelingen aan professionals in de gezondheidszorg te verstrekken. Daarbij moet gebruik worden gemaakt van jargon en daarnaast mag de mededeling niet commercieel zijn. Oftewel: de Claimsverordening gaat over reclame, niet over informatie. Dit onderscheid is echter niet zwart-wit, en zal dus tot ongetwijfeld tot veel discussie leiden.

De uitspraak zegt niet expliciet of dit alles ook één op één geldt voor professionals die niet in de gezondheidszorg werkzaam zijn. Dus bijvoorbeeld b-to-b communicatie aan de distributeur. De hamvraag: valt communicatie naar deze professionals, die misschien niet zo’n vertrouwensband met de consument hebben, ook onder het bereik van de Claimsverordening? En welke uitzonderingen gelden in dat geval? Letterlijk genomen is deze b-to-b communicatie met Innova Vital nog niet voor de bijl gegaan. Hier gaan we nog veel over horen én schrijven. Dat is zeker!
 
Sarah Arayess & Ebba Hoogenraad