De grondrechten uit het Handvest

Handvest-MH-6.png

Eerst  werd de Europese Grondwet nog verworpen, maar vervolgens is het Handvest geruisloos aangenomen. Tóch een grondwet, en de gevolgen zijn enorm. De rechter kan zelfs wetten buiten werking stelling als deze in strijd zijn met het Handvest. Zo’n constitutionele toetsing kende Nederland nog niet. Zo kan het Handvest in elke civielrechtelijke procedure een draaipunt worden. Een voorbeeld is het kort geding telecomproviders/Staat over de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens (Wbt). De bewaarplicht gedurende een half jaar botst met de grondrechten in het Handvest, in bijzonder artikel 7 (eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven, woning en communicatie) en artikel 8 (het recht op bescherming van persoonsgegevens). De voorzieningrechter woog het belang van eenieder bij eerbiediging van privacy en persoonsgegevens (in het Handvest voortaan twee onderscheiden grondrechten) af tegen het belang van de Staat bij opsporing van zware criminaliteit. Want daarvoor is die opslag essentieel. Het is geen oplossing om alleen de gegevens van verdachte personen te bewaren: ook first offenders kunnen gevaarlijk zijn. De crux zit daarom in het doel waarvoor de gegevens mogen worden gebruikt. De opslag kan nodig zijn om ernstige criminaliteit te voorkomen, maar dan moet de inmenging daartoe wel beperkt blijven. En daar ging het fout: de gegevens kunnen namelijk ook voor andere doeleinden worden gebruikt. De Staat beloofde wel om hiermee zorgvuldig om te gaan, maar dat is niet genoeg. De wet is buiten werking gesteld. Er wordt hard gewerkt aan een nieuwe wet met voldoende waarborgen.

Wat leren we hiervan: neem het Handvest serieus. In de rechtspraak zullen de nieuwe grondrechten vrijheid van ondernemerschap en het recht op bescherming van persoonsgegevens verder worden ingevuld. Hoe zwaar wegen die rechten? Wanneer kan daarop een beroep worden gedaan? In het algemeen geldt dat grondrechten ruim worden uitgelegd. Wie in een IE-inbreukzaak wordt aangesproken, kan er een verweer bij hebben – dit in aanvulling op de toch al zwaarwegende uitingsvrijheid. De rechthebbende die in actie komt, doet er goed aan zich ook hierop voor te bereiden. Dit gaat nog een grote vlucht nemen.

Maarten Haak

The freedoms protected by the Charter

At first the European Constitution was rejected, but then the Charter of Fundamental Rights of the European Union was silently adopted. After all a constitution with potentially enormous effects. It took a few years before the Charter really got in the picture, but nobody can go around it anymore. The Dutch court can even decide that a law does not apply if this is contrary to the Charter. The Netherlands was not yet acquainted with such constitutional judging. Now the Charter can be a tipping point in nearly any civil proceedings. An example is the case between a number of telecoms providers against the Dutch State about the Act on the Duty to Preserve Telecoms Data (Wbt). This duty for half a year collides with the freedom rights codified in the Charter, in particular article 7 (respect for private and family life, home and communications) and article 8 (protection of personal data). The Interim Provisions Judge weighed the common interest that privacy and personal data would be left unaffected (in the Charter these are two separate civil rights) against the interest of the State to prosecute severe criminality, for which this data storage is essential. It is not a solution to only maintain data of suspected people only: also first offenders can be dangerous. The crux is in the purpose for which the data can be used. The storage may be needed to prevent severe criminal acts, but then it must be sure that the interference is limited to that only. This is where it went wrong: the data might be used for other purposes as well. A promise by the State that it would treat the data with caution is not sufficient. The Act has been suspended. A new act is being worked on, including sufficient protection against too broad use of the data.

What do we learn from this: take the Charter seriously. In court cases the freedom to conduct a business and the right to protection of personal data will surely be clarified. How much do they weigh, and when can they be invoked? Generally, civil freedom rights are interpreted broadly. A party facing an IP claim may have an additional defence – in addition to the freedom of expression that puts much weight in the scale anyhow. The right holder that prepares action, better prepares for these defences, too. This can become an important issue in any matter.

Maarten Haak

Daniël Haije