Caroline II: Entertainmentpers Rijksvoorlichtingsdienst 1-1
[:nl]
Caroline von Hannover is gesteld op haar privacy. De prinses van Monaco procedeerde tot aan de hoogste Europese rechter om ervoor te zorgen dat haar privacy beter zou worden beschermd tegen paparazzi. In het arrest Caroline I overwoog het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) dat celebrities een reasonable expectation van hun privacy mogen hebben als ze niet in functie zijn, zelfs wanneer zij zich in de openbare ruimte bevinden. Public privacy.
Mooi, dacht onze eigen Rijksvoorlichtingsdienst, die kort na Caroline I met een mediacode kwam. Daarin staat onder meer dat leden van het Koninklijk Huis “erop mogen vertrouwen met rust gelaten te worden op de momenten, dat zij niet op grond van hun officiële functies naar buiten treden.” Kortom: een foto van Máxima in het wild is no-go. De mediacode gaat uit van een absoluut recht op public privacy. Leden van de pers die zich daar niet aan houden worden niet uitgenodigd voor “persmomenten”.
Er kwam een vervolg: Caroline II. Caroline kwam met een beroep op Caroline I op tegen publicatie van foto’s van haar skivakantie. Het Hof verduidelijkt in Caroline II dat bekende personen geen absoluut recht op public privacy hebben. Aandacht in de pers voor het privéleven van celebrities is toegestaan als dat een algemeen belang dient en in een redelijke verhouding staat tot de privacy van de persoon in kwestie. Een belangenafweging dus. Caroline krijgt ongelijk. De foto’s lieten zien hoe Caroline met vakantie ging, terwijl haar vader Prins Rainier III ernstig ziek was. Dat werd nieuwswaardig geacht.
Terug naar de mediacode: het arrest Caroline II stuurt de Rijksvoorlichtingsdienst back to the drawing board. Het niet toelaten van leden van de pers op persmomenten stond al op gespannen voet met de vrijheid van meningsuiting. Die omvat immers niet alleen het recht om informatie te uiten, maar ook het recht informatie te ontvangen. Ook de entertainmentpers heeft vrijheid van nieuwsgaring.
Daniël Haije, persrecht advocaat
[:en]
Caroline von Hannover greatly values her privacy. The Princess of Monaco took action before the highest European court to ensure that her privacy would be better protected against paparazzi. In the ruling Caroline I, the European Court for Human Rights (ECHR) ruled that celebrities may have a reasonable expectation of their privacy if they are not performing official duties, even if they are in the public space. Public privacy.
Our own Government Information Service thought, great! and shortly after Caroline I issued a media code. This states that members of the Royal Family “may rely on the fact that they will be left in peace at times that they are not appearing in their official capacities". Briefly put: a photo of princess Maxima in the wild is a no-go. The media code assumes an absolute right to public privacy. Members of the press who do not adhere to it will not be invited to “press moments".
There was a follow-up: Caroline II. Caroline invoked Caroline I to fight publication of photos of her skiing holiday. In Caroline II, the Court clarified that famous persons do not have an absolute right to public privacy. Attention in the press for the private lives of celebrities is permitted if it serves a general interest and is reasonably commensurate with the privacy of the person in question. A weighing up of interests, therefore. Caroline was unsuccessful. The photos showed how Caroline went on holidays while her father Prince Rainier III was suffering from a serious illness. This was considered newsworthy.
Back to the media code: the Caroline II ruling sent the Government Information Service back to the drawing board. Not allowing members of the press to attend press moments was already contrary to freedom of speech. This not only entails the right to express information but also the right to receive information. Even the entertainment press has freedom of access to information.
Daniël Haije
[:]