Slaafse nabootsing van een schilderstijl?

[:nl]

De kunstenares Gerdine Duijsens trad op tegen iemand die haar werken stelselmatig kopieerde. Niet exact, maar wel dezelfde thema’s, dezelfde voluptueuze vrouwen én alles in dezelfde stijl. Als je de werken naast elkaar ziet, is het verschil soms nog wel te zien. Maar het publiek zou kunnen denken dat het om echte werken van Duijsens gaat. Mag dat? Het hof Den Bosch vindt van niet. De Duijsens-werken zijn (natuurlijk) auteursrechtelijk beschermd. Sommige kopieën stemmen zó overeen dat ze wel inbreuk maken op het auteursrecht (links het origineel, rechts de kopie). Maar hoe zit het met werken die nét niet genoeg overeenstemmen om inbreuk te maken, terwijl het thema, de setting en de lichaamshoudingen wel zijn ontleend? Het hof overweegt dat Duijsens al ruim tien jaar voluptueuze vrouwen schildert in een doorgaans feestelijke setting, met de neuzen in de lucht, zonder kin, vaak met parelsnoer en dat alles in primaire kleuren. Kortom: een kunstenares met een duidelijke eigen stijl, zou ik denken. Maar stijl op zichzelf is niet auteursrechtelijk beschermd, alleen de concrete werken waarin die stijl tot uitdrukking is gebracht. Dus als iemand binnen die stijl een ‘eigen’ werk maakt, dan moet dat kunnen, zo lang het werk maar niet overeenstemt met een bestaand, origineel werk. Toch vindt het hof dat de navolger niet alle stijlkenmerken had mogen overnemen. De navolging “is niet alleen opvallend, maar ook nodeloos.”  Dat ‘nodeloos’ blijkt ook uit werken van andere kunstenaars, ook met voluptueuze dames met de neus omhoog in een feestelijke setting. Die wijken wél af. De navolger had dan ook meer afstand kunnen (en volgens het hof: moeten) houden van de duidelijke, eigen stijl van Duijsens (links Duijsens, rechts de kopie: geen inbreuk op auteursrecht, wel een slaafse nabootsing). Deze bescherming gaat wel erg ver. Kunststromingen ontstaan toch ook doordat kunstenaars elkaar inspireren, navolgen, experimenteren? Dat moet niet worden verboden. De leer van de slaafse nabootsingen is geschikt voor concrete producten met een eigen plaats in de markt, niet voor een stijl in het algemeen. We horen er nog van: de zaak is inmiddels aan de Hoge Raad voorgelegd.
Maarten Haak, auteursrecht advocaat

[:en][:]

Daniël Haije