NBWM / ING – Brave new world

Valuta-210x140.jpg

Nederlandse ondernemers die geld naar het buitenland overmaken in vreemde valuta waren tot voor kort aangewezen op grootbanken als ING, Rabobank en ABN AMRO. De tarieven van de banken lagen al jaren op zo´n beetje hetzelfde niveau. De Nederlandsche Betaal- en Wisselmaatschappij (NBWM) gooide eind 2016 de knuppel in het hoenderhok, met een nieuw vast tarief van € 5 per overboeking. In een vergelijkende-reclamecampagne met reclames in het FD, op BNR Nieuwsradio en op haar website zette NBWM zich scherp af tegen de banken:“Nederlandse bedrijven betalen bij ING € 50,- voor een internationale betaling van € 50.000,- in vreemde valuta. Bij ons is dat slechts € 5,-"

ING diende een klacht in bij de RCC omdat de (vergelijkende) reclame van NBWM misleidend zou zijn. De totale kosten van de transactie overtreffen de € 5,-, omdat naast betalingskosten ook omwisselkosten moeten worden betaald. NBWM had melding moeten maken van de omwisselkosten, aldus ING. De RCC was dat met ING eens. NBWM paste haar reclame na de uitspraak van de RCC aan, maar wilde toch graag een principieel oordeel van het College van Beroep (CvB).

In hoger beroep trok NBWM alsnog aan het langste eind. Een gemiddeld lid van de zakelijke doelgroep van NBWM begrijpt dat bij een internationale overboeking in vreemde valuta zowel overboekingskosten als omwisselkosten gemoeid zijn, en begrijpt ook dat de reclame van NBWM uitsluitend betrekking had op de overboekingskosten. Het CvB wees de klacht van ING alsnog af.

NBWM werd in deze zaak bijgestaan door Daniël Haije en Bram Duivenvoorde