Happy Birthday en Hup Holland Hup onzinclaims?
Op IE weblog Boek9.nl wordt verwezen naar een bericht in The Guardian: het lijkt erop dat het liedje Happy Birthday eindelijk zonder gevaar voor een claim in commerciële uitingen kan worden gebruikt. Tot voor kort kreeg je dan een zure sommatiebrief van Warner/Chappell Music, Inc. op de mat – een bedrijf dat de auteursrechten op de tekst van Happy Birthday voor Amerika claimde. Dát is de reden waarom ze in een Hollywood film meestal For He’s A Jolly Good Fellow zingen – niet het meest gezongen liedje, maar vermoedelijk wel gratis. Tenslotte moet ook een filmproducer op de kosten letten. In september besliste een rechter in Californië dat het bedrijf niet auteursrechthebbende is, waarmee een eind lijkt te komen aan de instroom van ongeveer USD 5.000 per dag (dat lees ik op de Wikipedia pagina voor Happy Birthday).
De vele claims over Happy Birthday laten zien hoe ver de leefwereld soms af staat van de juridische wereld. Dat liedje is toch van ons allemaal? Voor een algemeen bekend fenomeen als Happy Birthday voelt het goed dat de dreiging van claims in Amerika nu lijkt te zijn vervlogen. Maar voor de meeste liedjes geldt nog steeds dat deze niet zo maar in een film of reclame mogen worden gebruikt. En als een liedje in een café of op een dance party te horen is, ontvangt de rechthebbende een redelijke vergoeding.
In het merkenrecht zijn er trouwens ook wel eens bedrijven die geld vragen voor iets wat van ‘ons allemaal’ voelt. Het meest in het oog springende voorbeeld vind ik wel de merk registratie voor HUP HOLLAND HUP, een woordmerk dat voor een eindeloze lijst producten en diensten is geregistreerd.
Tekstschrijver Jan de Cler van het lied weet daar waarschijnlijk niet eens van. Bij elk WK of EK is er wel een retailer of fabrikant die HUP HOLLAND HUP afbeeldt op een product: een placemat of beker als steunbetuiging aan ons nationale team. WC papier is ook al eens gedaan (ja, echt!). En prompt komt er dan een brief van de merkhouder om een ‘licentievergoeding’ te claimen. Net te laag om er echt een zaak van te maken (veel bedrijven betalen deze nuisance fee dan maar om ervan af te zijn), terwijl er toch vele redenen zijn waarom die merkenclaim niet houdbaar is. Hoog tijd dat de geldigheid van zo’n merk principieel ter discussie wordt gesteld.
De Kerst komt eraan, en daarmee ook het gebruik van Rudolph The Red-Nosed Reindeer. Ik hou mijn hart vast.
Maarten Haak
Happy Birthday and Hup Holland Hup groundless claims?
The Guardian announced that the song Happy Birthday can finally be used in commercial expressions without the risk of receiving a claim. Up till recently one would receive a stong letter of summons from Warner/Chappell Music, Inc. – a company claiming copyright to the lyrics of Happy Birthday fort he USA. Thát is the reason why nobody ever sings Happy Birthday in a Hollywood film, but rather For He’s A Jolly Good Fellow – not the most common song, but apparently for free. And even a film producer must keep an eye on costs. In September a judge in Californië decided that the rights are not owned by Warner/Chappell Music, Inc. So this seems to be the end of a steady income of app. USD 5,000 per day (that’s what I read on the Wiki page for Happy Birthday).
The many claims about Happy Birthday show us the great distance between the real world and the legal world. Isn’t that song from all of us? For a widely used phenomenon like Happy Birthday it feels good that the treat of possible claims seems to have vanished. But for most songs still cannot be used in commercial ads or films without the copyright owner’s consent. And if a song can be listened to in a bar or at a een dance party, the owner is likely to receive a fair fee for this use.
The field of trademark law also knows some companies that tend to ask money for something that feels as ‘from all of us’. The most remarkable example is, in my view, the trademark registration for HUP HOLLAND HUP (“GO HOLLAND GO”), for a word mark applicable to an endless list of goods and services. This also happens tob e the title of a song that can be heard at practically every football game where the Dutch national team plays. The author of the lyrics, Jan de Cler, probably does not even know about this trademark. With each world cup or European cup there will be a retailer or manufacturer showing HUP HOLLAND HUP on one or more products: a placemat or a cup as token of support for the national team. Toilet paper has also been used fort his (yes, really!). One can wait for the prompt letter from the trademark owner claiming a ‘license fee’. Just too low to make it a principle matter (many companies just pay this nuisance fee and move on quickly), while there are all the more reasons why this alleged trademark claim cannot be upheld. About time that a court will rule on the validity of the trademark.
Christmas is coming, and hence the use of Rudolph The Red-Nosed Reindeer. Fingers crossed.
Maarten Haak