Elke rechtbank bevoegd in kort geding over EU merken en modellen
Het hoge woord is eruit: voor een kort geding over Gemeenschapsmodellen kan de rechthebbende bij elke rechtbank in Nederland terecht. Dit volgt uit een beslissing van het Hof van Justitie, die ook van toepassing is op EU merken. In bodemprocedures over EU merken en modellen blijft de rechtbank Den Haag de enige bevoegde rechtbank.
Wat was er aan de hand? Op grond van artikel 81 van de Gemeenschapsmodellenverordening wijst elke lidstaat van Europese Unie één of meerdere exclusief bevoegde rechtbanken aan die in alle procedures over de inbreuk op en geldigheid van Gemeenschapsmodellen kunnen beslissen. De Nederlandse wetgever wees de rechtbank Den Haag als exclusief bevoegde rechtbank voor het Gemeenschapsmodel (en -merk) aan. Dit heeft met zich mee gebracht dat de rechtbank Den Haag beschikt over rechters met ervaring op het gebied van Intellectueel Eigendom (modellen, merken, auteursrecht en octrooi).
Tot zover redelijk duidelijk, maar nu artikel 90 van de Gemeenschapsverordening: voorlopige en beschermde maatregelen kunnen worden gevraagd bij alle rechterlijke instanties van de betreffende lidstaat, met inbegrip van de rechtbanken voor het Gemeenschapsmodel. Simpel gezegd: een kort geding. De Nederlandse wetgever legde dit artikel zo uit, dat de wetgever ook voor een kort geding een rechtbank exclusief kon aanwijzen. Dat werd dus de rechtbank Den Haag, zowel in bodem- als kortgedingzaken.
Deze ruime uitleg van artikel 90 riep vragen op. De rechtbank Amsterdam achtte zich in de zaak (over speelballetjes) bevoegd om (voor Nederland) een inbreukverbod uit te spreken en een rectificatie te bevelen. Met de uitspraak van het Hof van Justitie van 21 november 2019 is duidelijk geworden dat de rechtbank Amsterdam dit ook mocht doen. Elke Nederlandse rechtbank kan (voor Nederland) op grond van EU merken en modellen een voorlopige voorziening treffen. Toch zullen veel rechthebbenden naar Den Haag blijven gaan: alleen de rechtbank Den Haag kan een inbreukverbod opleggen voor het hele grondgebied van de EU.
Lisanne Steenbergen