Greenpeace heeft een ruime vrijheid van meningsuiting
Greenpeace mag met een confronterende commercial haar mening uiten over de rol die Rabobank volgens haar speelt in de natuur-, klimaat-, en stikstofcrisis. Dit besliste de Reclame Code Commissie. In de televisiecommercial zijn beelden van bosbranden, megastallen en het kappen van regenwouden te zien. De tekst en de voice-over zegt o.a.: “Rabobank, trotse sponsor van festivals & natuurverwoesting” en “Rabobank, trotse sponsor van musea & het kappen van regenwouden.”
De klacht is dat de reclame ongefundeerde antireclame is tegen Rabobank. Bij de beoordeling van deze klacht stelt de Reclame Code Commissie zich terughoudend op. Dat is gebruikelijk bij reclame voor denkbeelden; vaak zijn dat niet-commerciële uitingen over maatschappelijk relevante onderwerpen (bijvoorbeeld het milieu). Adverteerders hebben een ruime uitingsvrijheid. Dat is het uitgangspunt bij ideële reclame.
Greenpeace heeft met stukken onderbouwd waarom naar haar mening Rabobank verantwoordelijk is voor de ‘sponsoring’ van natuurverwoesting, het kappen van regenwouden en de stikstofcrisis. De Reclame Code Commissie oordeelt dat Greenpeace deze mening mag uiten. Dat de uiting de belangen van Rabobank raakt, is onvoldoende om de vrijheid van meningsuiting van Greenpeace te beperken. Ook confronterende uitingen vallen in beginsel onder de ruime uitingsvrijheid.
De uitkomst had heel goed anders kunnen uitpakken als de uiting niet van een niet-commerciële organisatie als Greenpeace kwam maar van bijvoorbeeld een concurrent van Rabobank. Dan geldt namelijk een minder ruime vrijheid van meningsuiting en kan de Reclame Code Commissie de uiting ook toetsen aan misleiding en vergelijkende reclame.
Myrna Teeuw