Proceskosten in procedure tegen patent troll: wel of niet redelijk?
Sisvel voert talloze procedures over octrooien waar zij eigenaar van is of de licentie portfolio van beheert. Ze wordt ook wel Europa’s grootste “patent troll” genoemd. Een wat? Ja het is een eigenaardig woord, wikipedia legt uit waar het vandaan komt:
“Peter Detkin, advocaat bij Intel, bedacht de term in de jaren negentig. Hij kreeg met zulke belachelijke eisen van één patent-advocaat te maken dat hij hem "patent-afperser" noemde. Hij werd aangeklaagd wegens smaad en zon op een betere aanduiding. Zijn dochtertje van vier speelde graag met troll-dolls. Op een avond zat hij naar haar te kijken en realiseerde zich dat het klassieke trollenverhaal perfect bij dit soort advocaten paste: De Trol van de drie geitjes die onder een brug ligt die hij niet gebouwd heeft en betaling eist van iedereen die voorbij komt. Vandaar de benaming patenttrol."
Sisvel produceert dus zelf niet, maar procedeert des te meer. In Nederland werden diverse procedures gevoerd o.a. op het gebied van draadloze communicatie, digitale video- en beeldschermtechnologie en audio- en video(de)codering.
In een aantal gevoegde zaken die Sisvel op de inhoud had verloren (het door haar ingeroepen octrooi werd in een eerder tussenvonnis vernietigd) ging het in een recent eindvonnis alleen nog over de hoogte van de proceskostenveroordeling. Grote belangen, aan beide kanten werd alles uit de kast getrokken, dus hoge kosten. De rechtbank vindt dat bijna alle kosten van de wederpartijen moeten worden toegewezen: de sterkte van de argumenten zijn geen reden om te matigen. Alleen de kosten van stukken die niet in de procedure zijn toegelaten worden geminderd.
Overigens zou deze zaak vandaag anders uitpakken, omdat inmiddels de indicatietarieven ook in octrooizaken de hoogte van de toe te wijzen kosten beperkt.
Moïra Truijens