EUR 150.000 voor schending portretrecht Max duur grapje, of niet?
Op 6 september 2017 had de Rechtbank Amsterdam al geoordeeld dat het gebruik door Picnic van een lookalike van Max Verstappen in een jolig inhaakfilmpje niet door de beugel kan. Max werd door de rechtbank in de gelegenheid gesteld om zijn schade te onderbouwen. Die schade zou Picnic moeten gaan vergoeden. Op 25 april 2018 presenteerde de Rechtbank Amsterdam Picnic de rekening: Picnic moet Max EUR 150.000 betalen. Max had aanvankelijk EUR 350.000 schadevergoeding geëist, en probeert in de procedure – natuurlijk – om een hoog schadebedrag hard te maken. Twee rapporten van marketingdeskundigen, die bedragen noemen van EUR 600.000 en EUR 250.000. Daarbij ook bewijzen van een vergoeding van EUR 100.000 voor Max voor een optreden van Max op een (kleinschalige) bedrijfsopening. Max wijst er ook op dat het filmpje weliswaar maar kort door Picnic zelf was gepubliceerd, maar dat het filmpje vervolgens viral was gegaan. In het licht van dit alles vindt Max bij nader inzien een schadevergoeding van EUR 400.000 gepast. Picnic verzet zich met hand en tand. De manier van schadebegroting zou juridisch-technisch niet kloppen, de rapportages van de marketingdeskundigen worden betwist met een eigen deskundigenverklaring, Picnic wijst op een artikel in Metro waarin de jaarlijkse verdiensten van Max voor optreden in Jumbo-reclames worden geschat op EUR 300.000.
De rechtbank gooit alles in het mandje, weegt af, en stelt de schade van Max vast op EUR 150.000. Juridisch interessant is dat de rechtbank in het kader van de schadebegroting Picnic niet verantwoordelijk houdt voor het viral gaan van het filmpje – zonder daar trouwens veel woorden aan vuil te maken.
EUR 150.000 dus. Een duur grapje? Niet als je bedenkt hoeveel gratis media-aandacht Picnic heeft ontvangen als gevolg van het filmpje en de ophef daarover. Picnic zou een veelvoud kwijt zijn geweest als de genoten publiciteit als reclametijd had moeten worden ingekocht.
Daniël Haije