Heksen, witte wieven en magische spreuken

heksenkaas1-300x240.png

Het product Heks’nkaas houdt de gemoederen in de IE-kringen al een tijd bezig. In 2015 procedeerde Levola, de producent van Heks’nkaas, over auteursrechtelijke bescherming van de smaak van de smeerdip. De voorzieningenrechter in Den Haag overwoog destijds in een beslissing op een beslagverzoek dat auteursrecht op smaak kan bestaan. De overwinningsroes was voor Levola van korte duur, want de rechtbank Gelderland oordeelde een poosje later in een andere kwestie dat niet was komen vast te staan dat de smaak van Heks’nkaas auteursrechtelijk is beschermd. De producent van Witte Wievenkaas was de tegenpartij in dat geschil. En tegen wie heeft Levola recentelijk weer geprocedeerd? De producent van Witte Wievenkaas!

Deze keer niet over smaak, maar over de merknamen. Op basis van haar Benelux-woordmerk HEKSENKAAS verzette Levola zich tegen de inschrijving van het merk WITTE WIEVENKAAS. Het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) wees de oppositie van Levola af. Er was geen gevaar voor verwarring tussen Heks’nkaas en Witte Wievenkaas, vond het BBIE. Niet geheel onverwacht deelde Levola deze mening niet. Zij ging in hoger beroep bij het Hof Den Haag. Het resultaat is een opmerkelijke uitspraak.

Anders dan het BBIE vindt het Hof dat wel degelijk sprake is van verwarringsgevaar. Waarom? De begripsmatige overeenstemming compenseert volgens het Hof de geringe mate van visuele en auditieve overeenstemming. De motivering van het Hof is het citeren waard:

"dat het begrip/woord ‘heksen’ in de Benelux in het algemeen aldus wordt begrepen dat daarmee worden aangeduid vrouwelijke magische wezens die toverkracht bezitten, die zij hoofdzakelijk aanwenden voor kwaadaardige doeleinden, die angst inboezemen en veelal geïsoleerd leven”

en dat

“ook witte wieven door een deel van het publiek worden gezien als veelal geïsoleerd levende vrouwelijke magische wezens met veelal kwaadaardige bedoelingen, die angst inboezemen en daarmee als een soort heksen”.

Dus omdat zowel de begrippen heks als wit wief verwijzen naar bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijningen met een negatieve connotatie, is sprake van begripsmatige overeenstemming, die bovendien de geringe auditieve en visuele overeenstemming compenseert. Een heksentoer!

Maar wie is anno 2017 bekend met het begrip ‘wit wief’? Het Hof vindt het antwoord op die vraag niet heel relevant voor de beoordeling van de begripsmatige overeenstemming. Het is namelijk niet nodig dat het hele relevante publiek op de hoogte is van de betekenis. Voldoende is dat een substantieel deel dat wel is. De gemiddelde consument zal op zijn minst begrijpen dat de term wit wief naar fictieve vrouwelijke wezens verwijst en een negatieve connotatie heeft, net zoals het begrip heks.

Ik vraag mij af of het in dit geval terecht is dat de begripsmatige overeenstemming volgens het Hof zoveel gewicht in de schaal legt dat de geringe auditieve en visuele overeenstemming worden gecompenseerd. Smaken verschillen, maar het zou kunnen dat het Hof zich teveel heeft laten leiden door magische spreuken.

Tamilla Abdul-Aliyeva