Facebook moet fake advertenties van John de Mol actief verwijderen
John de Mol en andere bekende Nederlanders figureren tegen hun wil (en soms zonder het te weten) in advertenties op Facebook en Instagram voor het investeren in o.a. Bitcoins. De advertenties zijn regelrechte oplichting: De Mol heeft geen toestemming gegeven voor het gebruik van zijn portret. En wie op de advertenties ingaat geld overmaakt, krijgt helemaal geen Bitcoins en is het geld kwijt. Alles bij elkaar heeft deze vorm van oplichting naar schatting al ten minste € 1,7 miljoen gekost.
Facebook verwijderde de fake-advertenties pas na lang aandringen. De Mol spande een kort geding aan en kreeg (grotendeels) gelijk: Facebook moet zich écht inspannen om dit soort advertenties tegen te gaan. Facebooks verweer dat zij slechts een ‘doorgeefluik’ is, gaat niet op: de advertenties zijn het primaire verdienmodel van Facebook. Ook een beroep op de vrijheid van meningsuiting gaat niet op, nu het om commerciële uitingen gaat die waarschijnlijk zelfs strafbaar zijn.
Facebook krijgt geen algemeen filterverbod opgelegd, maar wel een specifiek verbod: ze moet doen wat zij kan om te zorgen dat er geen fake-advertenties met De Mol getoond worden, ook als dat technisch (en qua mankracht en kosten) niet makkelijk is. Als zo’n advertentie toch weer getoond wordt, komt Facebook alleen onder de dwangsom uit als zij alles heeft gedaan wat binnen haar mogelijkheden ligt.
Deze lijn was eigenlijk al ingezet in de zaak Tommy Hilfiger/Facebook. Daar ging het om advertenties voor namaakproducten die Facebook actiever moet tegengaan. Zij mag geen advertenties met “Tommy Hilfiger” tonen als daarin ook sprake is van:
lage prijs of enorme kortingen;
3 of 4 afbeeldingen;
een advertentie die doorlinkt naar een andere website dan de site die in de advertentie wordt genoemd;
een omschrijving in gebrekkig Engels of die irrelevant is voor de aangeboden artikelen;
de vermelding van gratis bezorging;
adverteerders Facebook ‘community’-pagina’s die kort voor het plaatsen van de advertentie zijn aangemaakt.
De tijd dat online giganten zich zonder meer kunnen verschuilen achter hun gebruikers lijkt nu wel voorbij. Dat lijkt ook logisch: met duidelijke algoritmes is technisch veel mogelijk. Dat moet natuurlijk wel per zaak worden bekeken.
Moïra Truijens