Port voor olie? Het Gerecht vindt het prima

Mag "port" als aanduiding voor olijfolie worden gebruikt, terwijl die naam beschermd is voor wijn? De belangenbehartiger van de portboeren vond van niet, maar het Gerecht van de Europese Unie dacht daar anders over. Het verschil tussen wijn en olijfolie gaf daarbij de doorslag. 

Het Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto (‘IVDP’) maakte bezwaar tegen de registratie als EU-woordmerk van "Quevedo Port" voor olijfolie (klasse 29) op basis van de Beschermde Oorsprongsbenaming (‘BOB’) "Porto/Port" (voor wijn), stellend dat het gebruik van "port" in het merk zou leiden tot oneigenlijk gebruik van of associatie met de BOB.

Het Gerecht oordeelde dat de overeenkomsten tussen de tekens onvoldoende waren om te spreken van (in)direct commercieel gebruik van de BOB "Porto/Port" voor olijfolie. Het verschil in productsoort speelde een cruciale rol: de gemiddelde consument zal geen verband leggen tussen olijfolie en portwijn. Daarnaast kan “port” ook andere betekenissen hebben, wat de associatie met de beschermde wijnnaam verder verzwakt. Hierdoor was geen sprake van misbruik van de BOB of evocatie (associatie met de wijn “port”). Het Gerecht verwierp het beroep van IVDP, en de beslissing van het EUIPO om het merk Quevedo Port toe te laten werd bevestigd.

De uitspraak is opvallend. BOB’s worden doorgaans ruim beschermd – zelfs tegen gebruik voor diensten of totaal andere producten. Toch koos het Gerecht hier voor een strikte benadering, met nadruk op de productverschillen, en minder op de mogelijke perceptie van de consument. Juist die perceptie wordt in andere BOB-zaken vaak als doorslaggevend beschouwd. 

Had het IVDP deze uitkomst kunnen voorkomen? Misschien wel, bijvoorbeeld met een marktonderzoek waaruit blijkt dat consumenten in de praktijk wél een link leggen met portwijn.

Luna Snellenberg